Verloren Onschuld

Ik betrap me er zelf op dat ik 'gewoon neergeschoten' met alle gemak kan zeggen en typen. Is het wel zo gewoon? Is gewoon ook normaal? Als iets gewoonlijk vaker voorkomt, verwordt het dan tot iets dat 'normaal' is?
Van zo
dichtbij, zo iets ergs. Ik heb gedacht dat wij, de buurtbewoners, hier niet zo
snel overheen zouden kunnen komen of dat het in ieder geval lang(er) zou duren. Ik
heb gedacht, dat kinderen niet meer buiten zouden durven te spelen. Collega’s
vragen mij nog wel eens ‘hoe het ermee zit’ en dan doelen ze op de sfeer in
mijn straat. ‘Goed’, antwoord ik. Misschien te goed. Ik weet het niet. Enige
tijd later hoor ik kinderen op straat met elkaar praten, kinderen van onder de
10: ‘er is weer iemand doodgemaakt, en toen daarna weer’, ze hebben het onderling over de liquidaties in de hoofdstad. Het laat ze koud, het
doet ze niet zoveel meer, het maakt ze niet bang. Misschien is dit goed, misschien ook niet. Ze hervatten het 'politie en boefje' spelletje, waarbij er ruzie wordt gemaakt over wie het boefje mag zijn...
Het
gemak waarop er wordt gepraat over andermans dood en dat er zo lichtzinnig over
wordt gedaan, stoort mij wel. Wij zijn ons onschuld verloren.
Over de rug
van doden proberen wij ons te profileren als ‘maatschappelijk betrokken’ of als
‘intellectueel’. Het idee is misschien onschuldig, maar de uitwerking…Het gaat
ons eigenlijk niet zozeer om de doden an sich of over hoe erg we dit soort zaken wel niet vinden. Het gaat ons om ons eigen
gelijk. Populariteit. Ego’s.
Tijdschriften aanbieden op marktplaats voor driedubbele bedragen. Over de rug van doden. Schaamteloos. Een boek in elkaar timmeren over een vliegtuigramp, omdat verslaggeving zoals de functie betaamt niet voldoet wellicht, ook over de rug van doden.
Heel veel doden. Niet allen in Nederland. Overal ter wereld. Onschuld is verloren.
Laatst, is
er een jongeman door een vermeend groepje tuig levend in brand gestoken.
Iemand. Een jongeman. Hij is dood. En wij, kunnen elkaar nu weer over en weer
laten zien wie er al dan niet gelijk heeft of heeft gehad. We kunnen weer groepen wegzetten en bestempelen.
Vandaag zijn
er weer drie jonge mensen neerschoten. Dood. Wij kunnen elkaar weer het een en
ander verwijten. Verzoeken om afstandneming. Vingertje wijzen. ‘Nu is het
jullie beurt’-houding aannemen. Over de rug van doden.
Wij zijn ons
onschuld verloren. Het is zoek.
Reacties
Een reactie posten