The battle of powers: Rechters vs Advocaten



Het onderstaande stuk heb ik geschreven als afsluitend verslag van de Toga Minor die ik afgelopen jaar heb gevolgd en gezien ik het nog steeds toepasselijk vind, deel ik het vandaag ook met jullie. 
Niet te veel aangepast en lekker ongenuanceerd. 
Vergeet je niet je reactie achter te laten?

The battle of powers?



De rechterlijke macht, het Openbaar Ministerie[1] en de advocatuur, de drie steunpilaren die de maatschappij maken tot wat het moet zijn. Ik refereer hier graag naar Montesquieu, ook al heeft hij een politieke onafhankelijkheid bepleit, de term ‘machtenscheiding’ valt hier toch op zijn plaats.[2] De wetgever heeft het beroep van advocaat rechtstreeks betrokken bij de openbare dienst van de rechtsbedeling en het is in die hoedanigheid verbonden met de rechterlijke orde. De advocaat vervult binnen onze rechtsstatelijke opvatting een nog altijd zeer belangrijke functie. De functie is het behartigen van de belangen van zijn cliënt en het op deze wijze bijdragen aan het waarborgen van zijn rechtsbescherming. Deze rol is essentieel voor het goed functioneren van de rechtsstaat en vloeit voort uit het belang van een goede, eerlijke rechtsbedeling.
Echter de advocaat is geen orgaan van de rechterlijke macht, noch neemt de advocaat deel aan de uitoefening van deze macht.In hun verhouding tot de rechterlijke macht nemen advocaten een bijzondere positie in. De rechter, het OM en de advocatuur dienen elk, in alle onafhankelijkheid en op voet van gelijkheid hun specifieke taak uit te kunnen voeren. In die hoedanigheid zijn zij elkaar eerbied en respect verschuldigd en dienen zij loyaal mee te werken aan de rechtsbedeling.
De onafhankelijkheid is een essentiële voorwaarde van een behoorlijk rechtsbedeling.[3]

Als zich een situatie voordoet waardoor dit ideaal wordt tekortgedaan, dan zitten daar consequenties aan vast voor de verstoorders.

Echter, bij de ten uitvoerlegging van deze consequenties, staan deze verschillende instanties tegenover elkaar. Natuurlijk dienen ze de maatschappij en pleiten ze voor rechtvaardigheid, maar de weg naar deze rechtvaardigheid gaat niet zonder slag of stoot. Enfin, deze afzonderlijke instanties geven naar de burgers toe de sein van ‘we werken samen aan een goede rechtsorde’, maar intern lijkt er toch sprake te zijn van een ‘pridegevoel’ en het niet willen en kunnen toegeven van eigen mankementen.

De laatste tijd (en dan met name afgelopen jaar) werden advocaten publiekelijk neergehaald, [4] klaagden rechters vaker over het niveau van advocaten en werd er gezegd dat advocaten er steeds vaker een ‘potje van maakten’. [5]

Is dit toeval?
We hebben zaken gekend waarbij rechters op de vingers werden getikt. De rechterlijke macht kwam meerdere malen negatief in het nieuws. Twee oud-rechters, Westenberg en Kalbfleisch, werden vervolgd wegens meineed [6]omdat ze een vriendschapsband ontkenden. Dit vriendschapsverband zou mogelijk gebruikt zijn om de uitkomst van o.a. een civiele zaak te beïnvloeden. Deze meineedzaak stelde de integriteit [7] en onpartijdigheid van de rechterlijke macht ter discussie: de absolute kern van het rechtersambt. Het vertrouwen in instituties zoals de rechterlijke macht hangt af van het vertrouwen dat men heeft in de mensen die samen de organisatie vormen. De rechtspraak kon deze zaak dan ook niet afdoen als een individuele kwestie, want deze beïnvloedde wel degelijk het vertrouwen in de rechterlijke macht. Deze mensen zijn weliswaar vrijgesproken, maar dit verhaal blijft de burgers bij.
Een andere zaak dat veel stof deed opwaaien was natuurlijk de Wilders-zaak.Voor het grote publiek is het wrakingsverzoek in de procedure Wilders het meest bekende.Wrakingsverzoeken komen steeds vaker voor, worden weliswaar niet snel(ler) gehonoreerd.Tijdens deze zaak, ook mede omdat het in de media populair was, werden rechters op de vingers getikt. ‘Kijk de rechter nou eens zijn mening geven, hij is niet onpartijdig’. Wederom, drama rondom de rechterlijke macht. En wat gebeurde er in het vervolg? Advocaten gingen massaal, rechters op de vingers tikken. Veelal zonder succes, maar dat niet alle verzoeken zullen worden gehonoreerd wisten de advocaten toch ook wel? Vanwaar een explosie aan wrakingsacties dan eigenlijk? Is het meer een sein van ‘rechter pas maar op, want anders (…)’, dus meer een vertoning van macht of toch bedoeld voor de tijdwinst?
In een op 23 april 2012 gepubliceerd artikel op de website www.rechtspraak.nl zegt de voorzitter van de Raad voor de rechtspraak, Erik van den Emster, dat de toename in het aantal wrakingsverzoeken in het tijdsbeeld past: ‘gezag van instituties is niet meer vanzelfsprekend, ook de rechterlijke macht heeft met dit fenomeen te maken.[8]
Het bovenstaande meegenomen; de advocatuur accepteert niet zonder meer het gezag van de rechterlijke macht en staat meer met de borst vooruit.


De rollen zijn omgedraaid
De oud-rechters zijn vrijgesproken, de wrakingsactie is geen hot item meer en de Wilders-zaak is voorbij. Eindelijk rust, geen hysterie meer, maar volop vertrouwen.

En toen werd toch de rust verstoord. De minister van justitie wilde de advocatuur aan extern toezicht onderwerpen. In een poging om de Raad van Toezicht weer wat aanzien te geven, is deze veel actiever geworden. ‘Iets dat door de Orde van Advocaten als ‘onaanvaardbaar’ is gekwalificeerd. Toezicht van buitenaf zou de onafhankelijkheid van de advocatuur aantasten en daarmee de rechtsstaat bedreigen’.[9] Advocaten protesteerden massaal en lieten op hun eigen wijze weten dat ze niet gecharmeerd waren van deze plannen.
En als klap op de vuurpijl, het kan niemand ontgaan zijn, het nieuws over Bram Moszkowicz. Meneer Moszkowicz is hierna door de Raad van Discipline levenslang geroyeerd. Bram is het slachtoffer van het zojuist genoemde toegenomen toezicht (en natuurlijk had hij zelf ook een boel fouten gemaakt). Zo zijn er de afgelopen jaren meer advocaten uit het ambt gezet. Met name strafrechtadvocaten hebben nu eenmaal veelvuldig met het grote geld te maken, en willen dan nogal eens over de streep gaan, werd er gezegd. Maar waarom Bram? We weten van de heer Moszkowicz, dat hij maar al te graag zijn zegje wilt doen in de media. Zal dat de reden van de enorme publiciteit zijn? Hij was tot de dag van het slechte nieuws een van beste advocaten in Nederland. Niemand hoorde je klagen over praktijken die niet volgens alle regeltjes gingen. Plots wordt er dergelijk nieuws het publiek ingeslingerd en wat gebeurt er? Er duiken allemaal oud-cliënten op die zich genoodzaakt voelen hun ontevredenheid juist nu uit te spreken over hem en over anderen. Allemaal hadden ze één duidelijke boodschap: advocaten denken alleen maar aan geld en dure auto’s, maar presteren, ho maar.


Niet alleen had de normale burger een boodschap, maar ook rechters kwamen steeds vaker met een uitgesproken mening over advocaten in het nieuws.[10]

Zo blijkt dat rechters slecht presterende advocaten steeds vaker melden bij de president van de rechtbank die vervolgens de informatie weer kan doorspelen aan de Orde van Advocaten. Dit klagen vindt plaats op de informele wijze, want van een formele meldingsprocedure willen de rechters niet weten. Terecht maakt Bart Nooitgedagt in datzelfde artikel de opmerking dat rechters hier voorzichtig mee moeten zijn. Hij vraagt zich dan ook af hoe we kunnen weten of de motieven van de rechter zuiver zijn en hoe we dit kunnen controleren.

De vraag die bij mij naar voren komt, aansluitend op het voorgaande is dan ook, waarom kiezen rechters niet vaker voor de formele meldingsprocedure i.p.v. een via-via klachtwijze als ze zó ontevreden zijn? Waarom hebben rechters plots een uitgesproken mening over advocaten en waarom moet dit kenbaar worden gemaakt via interviews, nieuws, kortom media.

Zeg het zelf maar

Ons vertrouwen in de rechterlijke macht is (her en der) geschaad door de vele berichtgevingen. Maar nu de advocaten in de schijnwerpers staan, zien we dat het veel erger kan. Toch? We moeten allemaal blijven geloven dat de Nederlandse rechter wél de taken goed uitvoert, scherp en kritisch is en vooral niet lui en arrogant. In ieder geval, niet zo laks als de advocaat. Het is een menselijk reactie om te wijzen naar een ander als je zo in het hoekje bent gedreven. ‘Niet alleen ik, maar de ander ook!’[11] De uitingen van de rechterlijke macht gaan steeds vaker via de media. Waarom? Komt hun kritiek anders niet aan bij de advocatuur? Nonsens.
Allemaal gebeurtenissen, zo vlak achter elkaar. Sommigen geloven in toeval, anderen zeggen dat alles wat gebeurt een reden heeft. Ik denk dat het te makkelijk is om dit modder gegooi over en weer als toeval aan te merken. Het is meer een slimme, handige afleidingsmanoeuvre van de rechterlijke macht. Hard roepen over anderen (lees: advocaten) zodat het eigen wanpresteren wordt vergeten of in ieder geval op de achtergrond raakt. De advocaten hebben dit toch ook gedaan zou je kunnen stellen. Ja, maar dan wel in de rechtszaal en volgens de wettelijke procedure. Zij hebben kritiek geuit via processen en hebben de media niet als doorgeefluik gebruikt.
Maar hiertegenover zien we, dat rechters maar al te graag gebruik maken van de media en als ze ontevreden zijn klachten indienen op informele wijze. Waarom zou je dit doen als je gegronde klachtmotieven zou hebben?

Het superioriteitsgevoel en arrogantie druipt met deze houding van de rechters af. Slechts met wraakacties jegens de advocatuur, met geselecteerde slachtoffers (lees: Bram Moszkovicz), proberen de rechters ‘het eigen haggie te redden’.

Het spelletje wordt in ieder geval niet volgens de regels gespeeld en dit is waar ik me het meest tegen verzet. Roepen over rechtvaardigheid en regels en vervolgens zelf zulk gedrag vertonen, ik weet nou niet of dit de rechterlijke macht veel goed doet.

Denken dat met dergelijke wraakacties de eigen naam, macht, wordt hersteld en dat zo het vertrouwen van het grote publiek wordt teruggewonnen, noem ik eerder een naïeve opstelling.[12]



Maar goed, dit is natuurlijk mijn eigen, nederige mening.


[1] In het vervolg zal ik het Openbaar Ministerie afkorten met OM.
[2] Montesquieu, L’esprit des Lois (1748), Boek 11: On the laws which establish political liberty, with regard to the constitution. 20 pp.
[3] Bertold Theeuwes, ‘De onafhankelijkheid van de advocaat’,Over het gekwaak van de ganzen van het Capitool, Maklu-Uitgevers, 2006.
[4] Te denken valt aan de zaak en de media aandacht omtrent de heer Moszkovicz, voormalig advocaat.
[5] Nico de Fijter en Rob Pietersen, ‘Rechters klagen steeds vaker over slecht presterende advocaten’, in: Trouw, 8 januari 2013.
[6] Verkondiging van een of meer leugens terwijl men heeft gezworen de waarheid te vertellen.
[7] Handhaven van algemene of professionele sociale en ethische normen en waarden, ook bij druk van buitenaf om hiervan af te wijken.
[8] ‘Meer wrakingen past in tijdsbeeld’, in: www.rechtspraak.nl, Den Haag 23 april 2012.
[9] Jan Smits, hoogleraar aan de Universiteit Maastricht en aan de Universiteit van Helsinki, ‘Toezicht op de advocatuur: de Orde van Advocaten vs. de Staatssecretaris van Justitie’, in: Recht en rede
Een blog over de (ir)rationaliteit van het recht, 27 januari 2013.
[10] Nico de Fijter en Rob Pietersen, ‘Rechters klagen steeds vaker over slecht presterende advocaten’, in: Trouw, 8 januari 2013.

[11] S.Gutwirth & P.de Hert, Vergelding: een kernbegrip van het strafrecht. In: A.Klip e.a. (red.) KriTies, Liber Amicorum et amicarum voor prof. Prakken. Deventer: Kluwer 2004, pp. 295-31.
[12] H.F.M. Crombag: Over wraak; resultaten van een empirisch onderzoek. In: Justitiële verkenningen 2003/05 pp.56-73.


Reacties

Populaire posts van deze blog

'Criminaliteit onder vrouwen is te lang gebagatelliseerd

Spijt, Nederland & Keti-Koti

Parijs in 1 dag